Menu

Een lageluchtweginfectie (LLWI) is een van de meest voorkomende diagnoses. De meeste gevallen worden behandeld in de eerste lijn. Een uitgebreide diagnostische oppuntstelling voor alle patiënten is hier echter niet haalbaar en niet kosteneffectief. Daarom is het belangrijk te identificeren wie van de vele patiënten met tekenen van een LLWI vermoedelijk een ongewoon of langdurig ziekteverloop zal kennen.

In de eerste lijn worden antibiotica het meeste voorgeschreven voor acute hoest of een lageluchtweginfectie. Gebrekkige therapietrouw aan de voorgeschreven antibiotica vermindert echter de mogelijke gunstige effecten, verhoogt het aantal organismen resistent tegen antibiotica en verspilt middelen.

Acute hoest is een van de meest voorkomende redenen om een huisarts te raadplegen en om in de eerste lijn antibiotica voor te schrijven. Artsen vragen hun patiënten vaak naar de kleur van het sputum en hoe ziek ze zich voelen om hun beslissing te onderbouwen om al dan niet een antibioticum voor acute hoest voor te schrijven.

Richtlijnen worden ontwikkeld om niet-wetenschappelijk onderbouwde variatie in de zorg te verminderen. Richtlijnen voor de behandeling van infecties zouden clinici moeten helpen om antibiotica voor te schrijven aan die personen die er het meeste baat bij hebben en om meer eerstekeuzeantibiotica voor te schrijven in de hoop dat dit zou leiden tot betere zorg en minder risico's voor de patiënt, en de inperking van antibioticaresistentie.

Het doel van deze studie was in kaart te brengen hoe vaak huisartsen in verschillende Europese landen antibiotica voorschrijven voor acute hoest en welk effect dit heeft op het ziektebeloop.

Wij onderzochten het effect van een training in communicatieve vaardigheden en de C-reactief proteïne (CRP)-sneltest op het aantal antibioticumvoorschriften en het klinisch herstel van volwassen patiënten met een lageluchtweginfectie.